Leren van je collega’s levert veel (meer) op!

Ervaringen bij de overheid tonen aan dat leeractiviteiten voor en door collega’s zeer effectief en efficiënt werken bij het aanleren van nieuwe kennis en vaardigheden.
Denk aan cursussen, trainingen en workshops, maar bijvoorbeeld ook aan intervisie.
Dit alles kan bovendien met minimale investeringen succesvol worden gerealiseerd.
De intern aanwezige kennis wordt (her)gebruikt én verrijkt en levert daarmee zowel kwalitatief als kwantitatief veel op. Hergebruik waar mogelijk is bovendien de norm bij de overheid.

De kracht van collegiaal leren heeft de volgende kenmerken:

  • Laagdrempelig (iedereen kan zich inschrijven voor de cursussen en velen kunnen de cursussen ook geven).
  • Eigen docenten en locaties. Collegiale cursussen kunnen bijna kosteloos worden aangeboden door inzet van eigen docenten en cursuslocaties.
  • Docenten zijn collega’s. Ze begrijpen de werkomgeving en de specifieke leerbehoeften goed en kunnen daar direct op inspelen. Dit verhoogt het leerrendement. Bovendien breiden deze collega-trainers hun ervaring met het overbrengen van kennis uit. Ook stimuleert de erkenning als expert diens arbeidssatisfactie en -motivatie.
  • Meer ‘kenniscirculatie’: de collega-docent maakt zijn of haar specifieke kennis van de overheid breed toegankelijk.
  • Maatwerk: De onderwerpen en de inhoud zijn toegespitst op het werken bij de overheid. Vraag en aanbod kunnen goed op elkaar worden afgestemd.
  • Gerichte kennisoverdracht: in kort tijdsbestek worden grotere kennisgebieden modulair toegankelijk worden gemaakt. Heel gericht kan worden ingespeeld op specifieke kennisvragen. De ballast van een langere en deels overbodige cursus wordt voorkomen. Deelname aan een langere, vaak dure externe cursus blijkt minder nodig. Dit spaart (kostbare) werktijd en cursuskosten en eventuele reis- en verblijfkosten.
  • Overheidsbrede scope. De deelnemers komen uit diverse overheidsorganisaties en ook onderling vindt kennisuitwisseling plaats; veel méér dan alleen gerelateerd aan de cursusinhoud. Deelnemers leren zo elkaar(s organisatie) beter kennen. Dit bevordert mobiliteit en flexibele inzetbaarheid.
  • Er ontstaan netwerken van cursisten die elkaar daarna ook weten te vinden. Ambtelijk vakmanschap staat centraal en dat bevordert een “esprit de corps”.
  • Het centrale overzicht van collegiale cursussen vormt een kennisbank met een potentieel aan interne trainers en trainingen. Zo kan op verzoek gematcht worden op specifieke kennisvragen en ook in company trainingen kunnen worden georganiseerd met een collega van een andere organisatie.
  • Er ontstaat beter zicht op het ‘kenniskapitaal’ van de overheid en de overheid als lerende organisatie krijgt concreter vorm.
  • Kortom:deel je kennis met collega's

Meer over dit onderwerp: http://krant.publiekeveranderaars.nl/niemand-kan-ons-zoveel-leren-als-wij-elkaar/

Plaats een reactie